De betaalbaarheid van duurzame mobiliteit staat onder druk, bijvoorbeeld door het wegvallen van belastinginkomsten, hogere grondstofprijzen en hogere energieprijzen. Dit staat ook in het Deltaplan van de Mobiliteitsalliantie. Daarnaast gaat er in verhouding te weinig geld naar mobiliteit. De klimaatdoelen die we als mobiliteitssector moeten realiseren (12% CO2-reductie) en de beschikbare gelden (1,7% van het Klimaatfonds) hiervoor, staan niet met elkaar in verhouding.

Staatssecretaris Jansen: “We hebben onvoldoende middelen om alle wensen te realiseren. Ik probeer binnen het kabinet de handen op elkaar te krijgen voor mobiliteit. Ik kijk met enige jaloezie naar mijn collega’s van het ministerie van Defensie, die een vast percentage van het Bruto Binnenlands Product te besteden hebben. Als we op een vergelijkbare manier structureel kunnen investeren in duurzame mobiliteit, helpt dat ons allemaal om betere plannen te maken voor de lange termijn.”
Verduurzaming van het wagenpark
Het hoofdlijnenakkoord stelt dat het wagenpark verduurzaamd blijft worden. Fries Heinis (directeur RAI Vereniging) uitte hier de zorgen over, omdat dit beleid onbetaalbaar dreigt te worden nu de overheidssteun in de vorm van subsidies en fiscale voordelen versoberd is. Hoe maken we schoon rijden beschikbaar en betaalbaar voor de ‘gewone Nederlander’?
Renate Hemerik, voorzitter VNA, benadrukt richting de staatssecretaris: “Het is echt twee over twaalf. Onze leden investeren fors in elektrische mobiliteit – dit zijn geen keuzes voor de korte termijn, maar langdurige verplichtingen. Daar hoort betrouwbaar, voorspelbaar beleid bij. We begrijpen dat er meerdere maatschappelijke uitdagingen spelen, maar zonder langetermijnbeleid dreigt de verduurzaming van de mobiliteit te stagneren.”

Staatssecretaris Jansen bevestigde dat elektrisch rijden de goede richting blijft, maar dat we moeten opletten dat we de rekening niet bij de benzinerijder leggen. Wat betreft de laadinfrastructuur liet hij weten ook met andere landen afspraken te willen maken over elektrisch laden op de route van West- naar Oost-Europa.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer kampt nog steeds met de naweeën van corona: er zijn minder reizigers en hogere kosten door inflatie, maar daar staan geen hogere inkomsten tegenover. Tegelijkertijd is het reisgedrag van reizigers veranderd, wat ook leidt tot hogere kosten. Daarbovenop staan nu extra bezuinigingen van 350 miljoen euro op het openbaar vervoer op stapel. NS-president-directeur Wouter Koolmees vreest dat we in een neerwaartse spiraal terechtkomen, waarbij het openbaar vervoer minder aantrekkelijk wordt, de wegen – daardoor – vollopen en woningbouwplannen minder snel van de grond komen, omdat wijken niet te ontsluiten zijn via het OV.
Volgens staatssecretaris Jansen is het de uitdaging om te kijken wat kan binnen de beschikbare middelen, zonder dat de dienstverlening afneemt. Daarnaast heeft het veranderen van het reisgedrag ook te maken met gewoontes binnen de gehele maatschappij. Kunnen we bijvoorbeeld ons onderwijs later laten beginnen om reizigers te spreiden en spitsdrukte te vermijden?
Fiets
In het regeerakkoord wordt de fiets niet genoemd. Toch kan de fiets een kostenefficiënte oplossing zijn voor veel maatschappelijke uitdagingen. Provincies, vervoerregio’s en gemeenten hebben veel plannen voor onder andere doorfietsroutes. Met het combineren van vervoersmodaliteiten – onder andere op de fiets naar het OV – kunnen we fijnere steden maken.
De staatssecretaris ziet in dat de fiets een alternatief kan zijn voor de auto. Er gaat nu structureel zes miljoen euro naar de ontwikkeling van doorfietsroutes. In de Nota Ruimte komt de fiets als een van de vormen van mobiliteit terug.
Integrale aanpak
Alle deelnemers aan het gesprek met de staatssecretaris waren van mening dat er een integrale aanpak met een mix van vervoersmodaliteiten en een breed maatregelenpakket nodig is om duurzame mobiliteit verder te brengen. Want alle modaliteiten haken in op elkaar.